De intimiteit van het schetsboek II - Viviane MOORTGAT, houtbeeldhouwster

 

Hij weet niet wat hij ziet, maar wat hij ziet, zet hem in brand en dezelfde waan die slechts misleidt, prikkelt ook zijn ogen.

Met deze zin, weggeplukt uit Boek III van Ovidius’ Metamorfosen (p. 430) wil ik de link leggen naar de schetsbladen van Viviane Moortgat, vertrekkend vanuit een recente sculptuur in conifeer die de naam Samenhorigheid draagt. Zoals je kan vermoeden, is waarneming hier cruciaal. Met een beredeneerde gestiek waarbij zij het natuurlijk bewustzijn van de materie in ieder spoor laat doorschemeren, manipuleert de kunstenares onze blik, tracht zij onze visuele verwachtingen te heroriënteren. Ieder kunstwerk confronteert ons constant met gevoelens van aantrekking en afstoting, met absorptie en vervreemding, met twijfel en bevrijding. Viviane Moortgat houdt haar kunst ver weg van enige inhoudelijke referentie, metaforische of symbolische betekenis, ideële grondslag of verhalende anekdotiek. De natuurlijke echtheid van het hout als materie laten spreken in een seriële benadering van variaties, contrasten en vormelijke spanningsvelden, vormt haar plastisch credo, maar tezelfdertijd ook haar eigen bewustzijn en persoonlijkheid. De vraag: hoe we zien, wat we zien dringt zich evenwel spontaan op. Blijft er ruimte over voor het spel van de eigen verbeelding? Blijft het contact met de zintuigelijk waarneembare werkelijkheid overeind of spreekt men veeleer over een louter toevallige gelijkenis of verwantschap?

 

Om hierop een passend antwoord te vinden, zijn schetsbladen een uitgelezen hulpmiddel. De geniale Paul Klee zei ooit dat een tekening eigenlijk niets anders was dan het meenemen van een lijn op wandeling. Beweging en beweeglijkheid, dans als lichaamstaal, het kronkelen, draaien en keren van het menselijk lichaam, zijn enkele begrippen die door mijn hoofd flitsen bij het doorbladeren van de schetsboeken van deze beeldhouwster. Beweging is de ziel van alle dingen omschreef Auguste Rodin zijn commentaar op de efficiëntie van de schets. Hij vertrouwde op een zuivere observatie die hem de impulsen aanreikte om enkel de essentie van het geheel vast te leggen. Deze constructie van scherpe waarneming is ook niet vreemd aan de tekeningen van Viviane Moortgat. Ook zij zet in enkele penseeltrekken de energie van een typische beweging vast, de suggestie van een sensueel kronkelend lichaam, de illusie van een onverwachte wending. Deze schetsen wekken zelfs een vleugje begeerte op, plaatsen de blik heel even in het steelse kijken, een onbewaakt moment dat eigenlijk niet voor onze ogen bedoeld was. Een waan die misleidt, maar de ogen prikkelt. De tekeningen suggereren eerder dan vertellen. De geloofwaardigheid van haar schriftuur verdedigt een compositorische ingesteldheid die gelouterd is van een abstraherende zienswijze en pragmatische aanpak, direct vertaalbaar naar haar sculpturale oeuvre. Zij bewijst dat tekenen en taille-direct aan elkaar verwant kunnen zijn. De plastische neerslag van de transpositie van schetsboek naar sculptuur manifesteert zich in een intuïtieve versobering en bescheidenheid van de beeldvorm, waarin de organische natuurlijkheid van het hout duelleert met de expressieve ingreep. De samenhorigheid moet in deze context gelezen worden

 

Freddy Huylenbroeck │Hamme, 2020-12-16